Biografie
Nat Neujean werd geboren op 5 januari 1923 te Antwerpen, waar hij van 1939 tot 1941 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten zijn artistieke opleiding ontving.
Vanaf 1942 tot het eind van de oorlog duikt hij onder te Brussel waar hij in de clandestiniteit verder beeldhouwt.
Daarna verblijft de jonge kunstenaar gedurende bijna twee jaar in de Franse hoofdstad, waar hij zich voornamelijk toelegt op de studie van de menselijke anatomie.
Vanaf 1950 reeds ontvangt hij en eerste reeks opdrachten van overheids- wege: hij ontwerpt en monumentale fontein voor de stad Namen, levert de bas-relièfs voor de Koninklijke Albertinabibliotheek te Brussel en wordt gelast met het ontwerp en de uitvoering van en fontein voor de stad Charleroi.
Vanaf 1960 begint in feite de grote doorbraak voor deze jonge kunstenaar. In dit jaar namelijk wordt hij laureaat van de Koninklijke Academie van Belgiè (in 1972 corresponderend lid, in 1973 lid en in 1978 Directeur van de klas Schone Kunsten). Sindsdien verblijft hij beurtelings in Brussel, Firenze en de Verenigde Staten. Diep geschokt door de gruwelen van de tweede wereldoorlog die en die-pe indruk op de jonge Nat Neujean gemaakt hebben, begint
hij rond deze tijd met voorstudies van en eventueel monument ter nagedachtenis van de slachtoffers van de holocaust.
Ongeveer 25 jaar geleden werd en wedstrijd ingericht die precies hierop betrekking had en Nat Neujean werd winnaar met en magistrale groepscompositie ter herdenking van de gedeporteerden. Na vele peripetieèn zal het werk dat heel lang slechts enkel als concept
bestond en in verkleinde vorm uitgevoerd werd, uiteindelijk op 1/2 grootte gegoten worden. Dit is de sculptuur die de KB tentoonstelt in de KB-Toren te Antwerpen.
In Belgiè stelt de kunstenaar slechts zelden tentoon; de weerklank van zijn meesterschap is in het buitenland zeer groot. Anno 1960 wordt hem door de "Fine Art School", verbonden aan het “Museum of Boston", de leerstoel beeldhouwkunst aangeboden.
De betreurde Jan Cox was daar één van zijn voorgangers.Van rond de jaren 50 dateert Nat Neujeans ontdekking van de "Fonderia d'Arte Pinelle de Andreis e Figli". Deze bronsgieterij gebruikt het oude verloren-was procédé, dat de voorkeur van de kunstenaar geniet. Het is
belangrijk om in deze context aan te stippen dat de grootste Italiaanse meesters van de 2de helft van de 20ste eeuw eveneens deze bronsgieterij verkozen om hun bronzen te laten gieten : zoals o.a. Marini en Manzù.
De kunstenaar blijft echter en klassiek meester, die de lessen der kunst- en stijlgeschiedenis steeds op hun waarde weet te schatten.
Nat Neujeans stijlevolutie verloopt verrassend continu. Sinds 1965 komt hij tot en persoonlijk vormvocabularium dat voldoende flexibiliteit bezit om zich aan opdrachten van uiteenlopende aard of aan de expressieve vereisten van en bepaalde sculptuur aan te passen.
Zo merkt men dat de kunstenaar in toenemende mate zijn beelden in dialoog met de buitenwereld concipieert.
Vanaf de jaren '70 kunnen Neujean sculpturen niet langer beschouwd worden als erfgenaam van de traditionele Westeuropese conceptie van het klassieke beeld dat statisch monolitisch en in zichzelf gekeerd is.
«L'Ame Sentinelle» 1982-84 het dubbelbeeld van 4 meter hoog dat de toe- gang tot het Administratief Centrum van Financiën te Brussel siert is daar en goed voorbeeld van.
Menselijke affecten worden eveneens in kaart gebracht. Interacties tussen individuen vormen het thema van enkele groepscomposities die tot het sterkste van Nat Neujeans œuvre kunnen gerekend worden, zoals bijvoor- beeld «Het Konvooi», «Obstakels» en «Deportatie».
En ander genre waarin deze veelzijdige beeldhouwer uitblinkt, is het portret. Deze traditie heeft in de 20e eeuw veel minder aandacht gekregen dan ze verdiende. Nat Neujean heeft ze in ons land samen met Willy Kreitz in eer hersteld. In tegenstelling tot
laatstgenoemde die zich vooral tot Belgi- sche personaliteiten beperkte heeft Nat volgende bekende internationale grootheden geportretteerd : André Malraux, David Ben Gourion (Israë-
lische premier en daarna president van de staat Israël), de professoren Henry Lavachery, Robert Dubois, de artiesten Arturo Martini. Primo Conti, Paul Delvaux, Jean-Jacques Gaillard (meesterlijk zittend portret door de Vlaamse Gemeenschap verworven), Giacomo Manzù en last but not least Henry Moore himself.
Wat bewijst: dat bovengenoemde meesters deze, ietwat in de vergeet- hoek geraakte kunsttak nog steeds relevant vinden en hoogschatten. Dat zij de technische vaardigheden van Nat weten te waarderen, wat bij- na en wonder kan genoemd worden.We weten hoe
karig artiesten zijn in de appreciatie van het œuvre van hun collega's.
Belangrijk voor Neujean zijn de artistieke kwaliteiten van elke sculptuur "'an sich", hij heeft zich nooit laten verleiden door één of andere tenden- tieuze stijlrichting om zijn kunst te propageren bij wijze van illustratie van één of andere aesthetische theorie - of zal ik zeggen dogma.
Gerenommeerde galerijen in de voornaamste steden van de U.S.A, Canada, Nederland, Frankrijk, Parijs hebben one-man shows aan hem ge- wijd. Sinds twee jaar zin werken van Nat in permanentie te zien bij Paule De Boeck te Gent.Onbegrijpelijk dat in ons land tot
​
nog toe geen retrospectieve voor zijn œuvre werd georganiseerd.
Het is verheugend dat de KB in samenwerking met Paule De Boeck, een belangrijke stap tot erkenning van deze geboren Antwerpse beeldhouwer heeft gezet door het tentoonstellen van deze historische groepscompositie.
MARCEL van JOLE